Als nog maar weinig kan, wat kan dan wél?
Een zoektocht naar veerkracht en vindingrijkheid.
De corona crisis blijft de wereld pijnigen. Mattijs Kaak, partner bij Ditt.officemakers, spreekt mensen uit de praktijk. Wat is hen overkomen? Hoe houden zij zich staande? Wat hebben zij geleerd? Wat zijn hun plannen voor de toekomst?
Ter afsluiting van onze reeks van 15 columns praten we vandaag met Edwin Gardner, opgeleid als architect, vandaag de dag Futuroloog bij Studio Monnik. Monnik helpt organisaties toekomstbestendiger te worden. Op basis van diepgaand onderzoek naar historie en trends, ontwikkelen zij een beeldend toekomstperspectief dat inspireert en informeert. Deze bewustwording legt de basis bij strategievorming voor de toekomst. Samen met Monnik kijkt Ditt regelmatig naar ‘het kantoor van de toekomst’. Wij sparren dan over de vraag welke vorm ‘werken’ krijgt na de corona crisis. Wat ons betreft is Edwin Gardner dan ook de juiste persoon om deze reeks af te sluiten, niet in de laatste plaats, omdat het voor een Futuroloog toch ook ‘smullen’ moet zijn om in deze tijd vol veranderingen te leven.
“Het is zeker smullen, maar in die zin is het dat al een tijdje. De wereld staat zichtbaar onder druk en moet nodig veranderen. We leven al een tijd in een ‘groei samenleving’, iedereen wil maar meer en meer, wéér een nieuwe auto of nóg een groter huis. Dat alles brengt op den duur geen voldoening, de biosfeer kan dit trouwens allemaal niet meer aan. Tegen het gegeven dat verandering noodzakelijk is zegt vrijwel iedereen “Ja”, de manieren waarop die verandering moet gaan plaatsvinden krijgt vaak een “Nee”!
Grote druk zorgt voor actie
In het algemeen moet het eerst slechter gaan, voordat het beter gaat. Grote druk zorgt voor actie. Een gemeenschappelijk crisis zoals een pandemie is eigenlijk heel veel druk samengepakt in een korte tijd. Vervolgens wordt alles opeens vloeibaar. Het laat dan zien dat we opeens en masse wel degelijk ons gedrag kunnen veranderen. Dat digitalisering opeens heel snel kan en dat er naast destructie ook veel creatieve energie loskomt.
In de modellen die wij hanteren kijken we op een integrale manier naar de samenleving. Niet alleen via de technologische kant van futurologie, maar juist ook via de sociale en cultuurwetenschappelijk kant. Niet alleen onderzoeken we hoe we de dingen doen, we kijken ook naar waarom we zo handelen. Snap je de interacties tussen die twee dimensies eenmaal, dan kan je echt veranderen. Zo maken we scenario’s voor allerlei bedrijfstakken en industrieën. Zo is futurologie ook zeer toepasbaar op vastgoed en kantoren.
“Onze soort is decennia lang niet op de proef gesteld, nu moeten we ons aanpassen aan veranderende omstandigheden en dat kan zeker geen kwaad.”
We helpen organisaties door ze aan de hand van een levensecht toekomstscenario een soort ‘culture shock’ te geven. We laten voelen en we laten inzien dat verandering niet alleen bestaat uit een nieuwe gadget, een nieuwe app of een nieuw platform, maar dat verandering veel grotere gevolgen heeft voor hun bedrijfscultuur, hun markt of dat zelfs hun hele bedrijfstak op den duur overbodig kan worden. Zo’n confrontatie levert vaak interessante observaties en dito gesprekken op, het zorgt voor een gevoel van urgentie, de verandering en de vervolgstappen komen dan vanzelf. Wie wil er immers overbodig worden? Wie wil dan niet veranderen?
Door corona inzien dat verandering mogelijk is
Zo vormt ook Corona dus een enorme ‘culture shock’, die ons heeft doen veranderen. In vele gevallen met als gevolg natuurlijk veel verdriet en veel ellende, in andere gevallen nemen we echter ook veranderingen ten goede waar. De lucht bijvoorbeeld werd opeens veel helderder. Ik kon vanaf het Oost Pontje opeens het Centraal Station weer kraakhelder zien. Van de ene dag op de andere geen vliegtuigen in de lucht, je hoorde vogels fluiten, de natuur kwam de stad in, lagere CO2 waardes alom. Stuk voor stuk spiegels, die lieten zien, hoe dingen anders zouden kunnen zijn. Als we als mensheid een stap terug doen, wat levert dat dan op? Voor de natuur was dit dus in ieder geval een prima crisis. Kort gezegd: wat er gebeurt is niet alleen een Corona Crísis, het is óók een Corona Káns.
Overigens was Corona geen ‘Black Swan’, geen onvoorstelbaar en onvoorspelbaar fenomeen. SARS en soortgelijke epidemieën kondigden de huidige crisis al lang geleden aan. Die waarschuwing kreeg echter nooit de juiste aandacht en urgentie, en dus hebben we ons niet voorbereid op wat onafwendbaar komen zou en ook gekomen is. Hetzelfde kunnen we overigens vaststellen ten aanzien van klimaatverandering: we weten wat er moet gebeuren, er zijn legio kant en klare oplossingen, daar echter ook naar handelen vergt politieke durf en vraagt om economisch keuzes. Die blijven voorlopig uit of zijn veel te kleinschalig. In dat opzicht lijken de twee crises, de crisis van Corona en die van het Klimaat, veel op elkaar. Ze vragen allebei om durf, schaalvergroting en creativiteit. Als we niet bliksemsnel voortvarend te werk gaan, zijn de gevolgen desastreus voor economie en samenleving.
Van welvaart naar welzijn
De Klimaat Crisis presenteert daarenboven op termijn een nog veel veel grotere culture shock. Het zet de fundamentele aanname dat economische groei per definitie goed is op losse schroeven. De veronderstelling dat de economie maar door kan blijven groeien, terwijl we ondertussen de planeet redden met clean tech en radicale optimalisatie van productieprocessen, met andere woorden het idee dat economie en ecosystemen los van elkaar kunnen staan blijkt simpelweg een mythe.
Tekst loopt door onder de afbeelding

Edwin Gardner en Mattijs Kaak
Tot nog toe lukt het niet economische groei en economische activiteit überhaupt los te koppelen van uitstoot en ecologische schade. We moeten dus echt anders gaan handelen. We kunnen op een andere manier gaan werken, minder reizen, anders gaan kijken naar de wereld om ons heen. De natuur bijvoorbeeld wordt nu geen economische waarde toegekend, een rivier heeft geen rechten. Goed beschouwd blijft de natuur binnen onze economie en ons rechtssysteem letterlijk onzichtbaar. Wat als we dat veranderen? Wat als natuur boekwaarde krijgt, vast en zeker gaan we er dan voorzichtiger mee om. We maken dan gegarandeerd andere afwegingen. Waarom maken bomen plaats voor gebouwen? Moeten gebouwen en bomen geïntegreerd worden in Houtbouw? Kunnen we niet innovatiever worden qua materiaalgebruik, kan het bos niet gewoon blijven staan en waarom wordt voortaan niet alles gebouwd met bamboe, of ander bio-based materiaal?
Om echt te veranderen richting de goede kant, moeten we minder vasthouden aan die ideeën, die ons tot nu toe economische groei brachten. We moeten switchen van ‘welvaart’ naar ‘welzijn’. In samenlevingen, waar de welvaart meer gelijk is verdeeld, wordt het welzijn als hoger ervaren, waar de welvaart daarentegen ongelijker is verdeeld, voelt het welzijn lager, ongeacht of een land rijk of arm is. Rechtvaardige verdeling sec bepaalt hier de beleving.
Kantoren om samenwerken te faciliteren
Verandering is vaak complex, en niet alle verandering is leuk of goed, of alleen maar slecht. Neem als relevant voorbeeld het thuiswerken. Het lijkt bedreigend voor kantoren en de vastgoedsector. Hoe kan je met zo’n fenomeen toekomstbestendig omgaan? Het bestaande model staat echter onder druk, lijkt op de lange termijn niet houdbaar, dus moet je kijken naar kansen, op onderzoek gaan, leren en voorbij de muren van je bedrijf, je sector en het heden kijken.
Een kans voor vastgoed is, om maar eens een voorbeeld te geven, dat gebouwen opslag voor C02 gaan bieden. Vroeg of laat komt er hoe dan ook een C02 tax, bereid je daar dus op voor. Gebouwen kunnen van CO2 ‘uitstoters’ C02 ‘instoters’ worden. Het gebruik van nieuwe materialen, natuurinclusief ontwerpen en bouwen voegt veel biodiversiteit toe. Het positieve effect van de natuur op de mens en de omgeving, en dus ook op het kantoor en haar gebruikers, heeft zich al lang ruimschoots bewezen. Het is nu tijd om dit alles echt op grote schaal toe te passen.
Wat we ook geleerd hebben is dat ‘productief zijn’, niet per se de beste functie van kantoren is. Veel mensen merkten dat zij thuis langer en met meer concentratie konden werken dan op kantoor. Het kantoor blijkt vooral de plek waar cultuur en socialiteit binnen organisaties gecreëerd wordt. Wat is daarvoor nodig? Programmeer kantoorruimtes dusdanig, dat ze samenwerking en gemeenschapszin faciliteren, zorg voor functies, die men elders niet vindt of die elders niet zo goed tot hun recht komen. Ga voor échte meerwaarde. Niet méér kantoren, maar bétere kantoren. Kantoren met meer gedeelde functies, ruimtes om als groep te werken en ruimtes waar ontmoeting plaatsvindt. Dit alles in combinatie met plekken voor focus en deep work, plus een eigen plek die lijkt op de plek thuis. Zo zou het kantoorlandschap veel meer gedifferentieerd en veel meer gedistribueerd kunnen zijn, het zou nieuwe relaties kunnen aangaan met andere plekken en functies, thuis, op kantoor en elders.
De toekomst is van iedereen
Kortom, we leven in een tijd van kolossale verandering, een tijd die zich nu in toenemende mate in opeenvolgende crises zal ontvouwen. We kunnen hier voortvarend, moedig en creatief op reageren, óf we kunnen het ons allemaal laten overkomen. Ik zie futurologie dan ook niet als de kunst van het toekomst voorspellen, maar eerder als een manier om het overzicht over de tijd, waarin je leeft, te vergroten. Of je nu kantoren bouwt, een ziekenhuis runt of een land bestuurt. Futurologie kan helpen jezelf beter te positioneren in het heden om vervolgens de juiste strategische beslissingen te nemen. De toekomst begint vandaag. De toekomst is van iedereen.