Skip to main content

Als nog maar weinig kan, wat kan dan wél?
Een zoektocht naar veerkracht en vindingrijkheid.

De nog on-going corona crisis blijft de economische alsmede de culturele wereld pijnigen. Jos Broekman (Creative Director Ditt.) en Mattijs Kaak (Partner Ditt.) spreken beurtelings met ervaringsdeskundigen op de werkvloer. Wat is hen overkomen? Hoe houden zij zich staande? Wat hebben zij geleerd? Wat zijn hun plannen?

“Grijp nu je kans, dit is hét moment om een museum te bezoeken en even écht te genieten.” Aldus de boodschap van Merlijn de Gruijter, Business Director a.i. van Teylers Museum in Haarlem.

Het Museum is genoemd naar Pieter Teyler van der Hulst (1702 – 1778), een rijke Haarlemse zijdefabrikant en bankier. Als aanhanger van de Verlichting had hij grote belangstelling voor kunsten en wetenschappen. Bij testament liet hij zijn collectie en vermogen na aan een naar hem vernoemde Stichting. Doel: bevordering van kunst en wetenschap. Het eerste museum van Nederland werd opgericht en vanaf 1786 opengesteld voor het publiek: Teylers Museum.
‘Verlichting’ is misschien juist nu ook wel letterlijk het toverwoord. Musea en natuurlijk alle culturele instellingen hebben het zwaar te verduren. Alle vormen van verlichting en dus ook alle mogelijke steunmaatregelen van de kant van de overheid zijn broodnodig en meer dan welkom.

Hoe anders waren de verwachtingen van Merlijn de Gruijter, toen zij solliciteerde naar haar huidige interim functie. Leiding geven in een rustige overgangsperiode met de gewenste tijd en ruimte voor de zoektocht naar een nieuwe en permanente zakelijk directeur. Corona gooide alles in één klap ondersteboven. Zakelijk verantwoording dragen voor een museum in deze tijd blijkt een ‘rollercoaster’, Merlijn de Gruijter is voor deze taak zeker uit het juiste hout gesneden: op haar C.V. prijken diverse bestuursfuncties in de culturele sector plus ervaring in de commerciële wereld als ondernemer en directeur private banking.

Wie echter is voorbereid op een pandemonium als dit?
Vervreemding alom. Vanaf haar eerste werkdag in maart museum deuren op slot, geen bezoekers, geen collega’s, allemaal thuis of in quarantaine. Van 140.000 bezoekers per jaar van de ene dag op de andere 0 komma 0. Dramatisch. Geen duidelijke richtlijnen van de overheid, aanvankelijk geen enkel zicht op heropening. Eerst mogelijk 1 mei, dan toch weer uitstel.

Snel concentratie op een viertal focuspunten:
1. Zo snel mogelijk op een veilige manier open en dan klaar voor de start.
2. Ondanks de sluiting het museum in de aandacht van de mensen houden.
3. Het team betrokken en gemotiveerd houden, paraat voor de veilige heropening.
4. Concentratie op de financiële kaders van de toekomst

Virtuele tours van het Teylers Museum

Teylers Museum is natuurlijk uniek. Een groot geluk. Het gebouw is prachtig, de collectie zeer onderscheidend, interessant voor kunst- én wetenschapsliefhebbers, populair bij scholen, ouders en kinderen. Tijdens de sluiting worden deze doelgroepen stuk voor stuk ‘on-line’ gezocht en gevonden. Via de website en youtube worden virtuele tours georganiseerd, de paradepaardjes van het museum worden daarbij uitgebreid in het zonnetje gezet, er is veel tijd en aandacht om al deze bijzondere stukken zorgvuldig te bespreken en te belichten. Heel bijzonder in dat opzicht is de befaamde elektriseermachine. Niemand minder dan Napoleon maakte voor dit apparaat ooit speciaal een omweg, onze virtuele bezoekers doen hem dat met graagte na. Bedoeld filmpje plus vele andere ‘rondleidingen’ on-line zijn nog steeds te vinden, worden gelukkig ook heel goed bekeken. Gedurende de gehele ‘lockdown’ bleef zo de interactie tussen museum en bezoeker opperbest.

De deuren mogen weer open

Dan eindelijk. Het verlossende woord. Het mag weer. Maandag 1 juni! Musea open. Teylers was ready and willing. Samen met burgemeester Jos Wienen trokken alle Haarlemse museumdirecteuren Tweede Pinksterdag door de stad en openden zij één voor één de musea. Een positieve tocht met veel euforie en aandacht.
Zover het goede nieuws. Het museum is nu weliswaar open, kan echter op deze manier in feite niet gezond functioneren. Binnen de geldende richtlijnen ontvangen we 40% van de normale en voor ons noodzakelijke bezoekersaantallen. Dit vertaalt zich uiteraard idem dito naar de omzet van horeca en museumwinkel. Op basis van deze cijfers is het financieel uitdagend maar Teylers gaat het zeker redden, we zijn meer dan uniek.

Zeker er is steun, maar die neemt af nu het museum weer open is. De overheid stelt 300 miljoen ter beschikking, Teylers krijgt daarvan vanzelfsprekend slechts een gering deel. Hoeveel is nog niet bekend. De toekomst is ongewis. De zakelijk directeur ad interim blijft ‘intussen’ nog even in functie. Zit zeker niet bij de pakken neer. Plannen voor de toekomst zijn ruimschoots voorhanden, het geloof in de unieke positie van het museum blijft recht overeind.

corona-proof-Teylers

Voor ieder museum zal essentieel blijken de specifieke identiteit nog nadrukkelijker te ontdekken en te profileren. De eigen doelgroep non-stop blijven verrassen, nieuwe doelgroepen interesseren en aantrekken. Dankzij de gevarieerde collectie, de onderscheidende speciale tentoonstellingen en natuurlijk de ongeëvenaarde huisvesting heeft Teylers Museum een prima uitgangspositie. De grote familietentoonstelling ‘Dinomakers’ is inmiddels verlengd, reikhalzend wordt voor na de zomer uitgekeken naar de grote overzichtstentoonstelling van de Engelse landschapsschilder John Constable.

Op deze manier zet Teylers museum gedurfd door. Het komt zeker goed. Een en ander gaat stellig niet vanzelf, de hele sector heeft en krijgt het zwaar. Cruciaal is dat eenieder, overheid én consument, ‘nut en noodzaak’ van onze prachtige musea inziet en onderkent. Kunst en Wetenschap. Geen dag zonder!
Het is overigens eerder gezegd: het is nu echt even extra genieten in het museum. Rust en ruimte alom. Kom dus vooral. Vandaag. Morgen. In het weekend. Vakantie in Nederland. De rust bevalt zo goed, dat wij deze ook straks ‘after corona’ zo goed mogelijk willen bewaren. Wij leren hier van. Het museum denkt na over de toeloop in piek- en daluren. Minder toegangsgeld op rustige momenten om zo bezoekers te spreiden en meer mensen te kunnen ontvangen. Eerst terug naar de vertrouwde 140.000 van weleer, vervolgens fors daaraan voorbij.

Voor meer info: